Woordvoering SP over de voorjaarsnota
Woordvoering SP over de voorjaarsnota
Afgelopen Donderdag 8 Juli was de bespreking over de voorjaarsnota van Midden-Groningen. Hier de woordvoering van onze fractievoorzitter Han van der Vlist.
Voorzitter,
De fractie van GroenLinks heeft de afgelopen jaren meermaals geconcludeerd dat het college op winkel past, en dat het dat goed doet. Ik deel die conclusie. En ik zie dat als een compliment. Van een politiek heel breed samengesteld college dat aantreedt na een samenvoeging van drie heel verschillende gemeenten en dat te maken heeft met enorme financiele problemen is het maximale dat je kunt verwachten dat ze de boel goed op orde krijgen en houden. Dat ze goed op de winkel passen.
Voor de afgelopen jaren was dat prima. Nu komen we op het moment dat we méér kunnen verwachten. Er is financiele ruimte: zoals het er nu uit ziet sluit de begroting voor volgend jaar met een fors positief saldo, de grootste herindelingsperikelen zijn voorbij en sinds twee weken is ook de politieke basis van het college versmald. Kortom, nu is het tijd om niet langer op de winkel te passen, maar om verschil te gaan maken. En als het aan de SP ligt, gebeurt dat door de groeiende ongelijkheid, de voortwoekerende tweedeling aan te pakken.
De afgelopen dertig jaar is de ongelijkheid in Nederland op tal van terreinen groter geworden. Dat botst met het gevoel van rechtvaardigheid van veel mensen, maar vormt ook een bedreiging voor onze samenleving.
De rijken worden steeds rijker en armen steeds armer.
Ook in Midden-Groningen heeft daarmee te maken. Midden-Groningen heeft aanzienlijk meer huishoudens onder de lage inkomensgrens dan het landelijk gemiddelde, meer huishoudens met een bijstandsuitkering, meer inwoners met problematische schulden en een gemiddeld duidelijk lagere koopkracht.
In het recente rapport van de Rekenkamer wordt dit gestaafd met feiten.
Onze GKB heeft berekend dat minstens 5000 huishoudens te maken hebben met problematische schulden die oplopen tot een totaal van minstens 25 miljoen euro.
Midden-Groningen staat hoog in staatjes waarin je als gemeente beter niet hoog kunt staan. Maar ook binnen de gemeentegrenzen zijn er aanzienlijke verschillen. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het overzicht dat het CBS per wijk bijhoudt over een aantal zaken. CBS-gebied Kropswolde (inclusief Meerwijck) grenst aan CBS-gebied Hoogezand-Zuid (inclusief Gorecht-West), maar de sociaaleconomische status verschilt van 'hoog' tot 'zeer laag'.
En dat heeft gevolgen. De leefbaarheidsscore van Kropswolde wordt berekend op plus 24, die van Hoogezand-Zuid op min 35. (Het landelijk gemiddelde is 0.) Ook bij indicatoren als 'twee of meer chronische aandoeningen', 'verminderde mobiliteit', 'eenzaamheid'. 'psychische problematiek' en 'diabetes type 2' zijn de verschillen tussen beide gebieden heel groot.
De Corona crisis heeft de ongelijkheid alleen maar groter gemaakt. Het is dan nog urgenter om er voor te zorgen dat de kloof tussen arm en rijk kleiner te maken.
Voor de SP in Midden-Groningen is het verkleinen van de ongelijkheid in de gemeente hét speerpunt voor de komende jaren. We beseffen terdege dat de gemeente al het nodige doet met het onder andere het minimabeleid, de schuldhulpverlening en de sociale teams. En we zijn blij met de ruime aandacht die er is voor het creëren van kansengelijkheid bij de NPG-projecten. Maar wat ons betreft gaat er nog een schep bovenop en stelt de gemeente in haar hele beleid het bestrijden van de ongelijkheid centraal.
Wat betekent dat? Dat heeft bijvoorbeeld gevolgen voor de prestatieafspraken met de woningbouwverenigingen en voor de manier waarop de warmtetransitie plaats gaat vinden. Het betekent ook dat ieder kind dat van de basisschool afkomt een zwemdiploma moet hebben, dat er een preventief plan komt ter bestrijding van slechte mondzorg. Dat er voor ieder kind voorschoolse opvang moet komen. Dat investeringen in bijvoorbeeld cultuur en sport nadrukkelijk gericht zijn op mensen voor wie het niet vanzelfsprekend is om aan sport of cultuur te doen. Dat we het minimabeleid gaan verbeteren in samenspraak met de mensen die er op aangewezen zijn.
De komende tijd zullen wij voorstellen van het college scherp beoordelen op de bijdrage die ze leveren aan het vergroten van de kansengelijkheid en ook zelf met voorstellen komen. Twee daavan wil ik nu aan de raad voorleggen in de vrom van moties. De eerste behelst dat we iets doen met de concluises uit het onderzoek naar menstruatiearmoede in Midden-Groningen. Rotterdam kwam vorige week in het nieuws met het besluit om gratis maandverband en tampons te gaan verstrekken aan meisjes met arme ouders. Wij willen dat het college voor de begroting van 2022 onderzoekt hoe we dit in Midden-Groningen kunnen nadoen. En willen voortaan een een tweedelingstoets opgenomen hebben in alle raadsvoorstellen met relevante maatschappelijke impact. Wat betekent uitvoering van het voorstel voor het verkleinen van de kansenongelijkheid?
Ik sluit af met de woorden uit een lied uit Het Pauperparadijs: ‘Wij leven in een wereld van verschil. Wij hebben het niet voor het kiezen. Buig je hoofd, bedeesd en bedaar. Tenminste dat wordt ons gezegd. Maar wij kiezen voor elkaar’
Reactie toevoegen